Source
stringclasses
9 values
Original ID
stringlengths
1
9
Acceptability
int64
0
1
Original annotation
stringclasses
5 values
Sentence
stringlengths
4
152
Material added
int64
0
1
SoD-Noun2
5.270b
1
null
Vind je Jan geen aansteller?
0
SoD-Noun2
5.271b
1
null
Ik had er geen seconde over nagedacht.
0
SoD-Noun2
5.272a
0
*
Geen komen in aanmerking voor de baan.
0
SoD-Noun2
5.272b
1
null
Geen één komt in aanmerking voor de baan.
0
SoD-Noun2
5.273a
0
*
Dat is geen.
0
SoD-Noun2
5.273b
1
null
Dat is er geen.
0
SoD-Noun2
5.274a
0
*
Ik heb ze nog geen één gelezen.
0
SoD-Noun2
5.274a
0
*
Ik heb ze nog geen enkele gelezen.
0
SoD-Noun2
5.274b
1
null
Ik heb ze geen van alle gelezen.
0
SoD-Noun2
5.274b'
1
null
Geen van alle heb ik ze gelezen.
0
SoD-Noun2
5.275a
0
*
Ik heb ze nog geen één ontmoet.
0
SoD-Noun2
5.275a
0
*
Ik heb ze nog geen enkele ontmoet.
0
SoD-Noun2
5.275b
1
null
Ik heb ze nog geen van allen ontmoet.
0
SoD-Noun2
5.275b
1
null
Ik heb ze nog geen van beiden ontmoet.
0
SoD-Noun2
5.275b'
1
null
Geen van beiden heb ik ze ontmoet.
0
SoD-Noun2
5.276a
1
null
Ik heb ze nog geen van tweeën gelezen.
0
SoD-Noun2
5.276b
1
null
Ik heb ze nog geen van drieën gelezen.
0
SoD-Noun2
5.279a
1
null
Jij komt morgen toch ook?
0
SoD-Noun2
5.279a
1
null
Je komt morgen toch ook?
0
SoD-Noun2
5.279a'
1
null
Kom jij morgen ook?
0
SoD-Noun2
5.279a'
1
null
Kom je morgen ook?
0
SoD-Noun2
5.279b
1
null
U komt morgen toch ook?
0
SoD-Noun2
5.279b
1
null
Hij komt morgen toch ook?
0
SoD-Noun2
5.279b'
1
null
Komt u morgen ook?
0
SoD-Noun2
5.279b'
1
null
Komt hij morgen ook?
0
SoD-Noun2
5.280a
1
null
Men zegt dat hij gestorven is.
0
SoD-Noun2
5.280b
1
null
Men is zijn leven niet zeker in deze stad.
0
SoD-Noun2
5.281a
1
null
Ze zeggen dat hij gestorven is.
0
SoD-Noun2
5.281a'
1
null
Er wordt gezegd dat hij gestorven is.
0
SoD-Noun2
5.282a
1
null
Zij is Marie.
0
SoD-Noun2
5.283a
1
null
Wij thuis kijken enkel nog naar het nieuws.
0
SoD-Noun2
5.283c
1
null
Wij Nederlanders hebben altijd te klagen.
0
SoD-Noun2
5.284a
1
null
Marie en ik waren gisteren in het theater en we hebben daar Op hoop van zegen van Heijermans gezien. Vonden jullie het leuk?
0
SoD-Noun2
5.284b
1
null
Heb je mijn boek bij je? Ik heb het nodig.
0
SoD-Noun2
5.285a
1
null
Jan kletste terwijl hij in de hal wachtte.
0
SoD-Noun2
5.285a'
1
null
Jan kletste terwijl-ie in de hal wachtte.
0
SoD-Noun2
5.286a
1
null
Iedereen kletste, terwijl hij wachtte in de hal.
0
SoD-Noun2
5.287a
1
null
Iedereen kletste. Ondertussen wachtte hij in de hal.
0
SoD-Noun2
5.287b
1
null
Iedereen kletste. Ondertussen wachtten zij in de hal.
0
SoD-Noun2
5.288a
1
null
Hij kletste, terwijl iedereen wachtte in de hal.
0
SoD-Noun2
5.288b
1
null
De wens van iedereen was dat hij zou vertrekken.
0
SoD-Noun2
5.289a
1
null
Iedereen bewondert hem.
0
SoD-Noun2
5.289b
1
null
Jan bewondert hem.
0
SoD-Noun2
5.290a
1
null
Het regent koud.
0
SoD-Noun2
5.290a
1
null
Het is koud.
0
SoD-Noun2
5.290b
1
null
Ik heb het koud.
0
SoD-Noun2
5.291a
1
null
Het botert niet tussen hen.
0
SoD-Noun2
5.291b
1
null
Mijn auto heeft het begeven.
0
SoD-Noun2
5.292b
1
null
Jan zeurde er over dat hij niet uitgenodigd was.
0
SoD-Noun2
5.293a
1
null
Het meisje was ernstig ziek, maar ze was gelukkig buiten levensgevaar.
0
SoD-Noun2
5.293a
0
*?
Het meisje was ernstig ziek, maar het was gelukkig buiten levensgevaar.
0
SoD-Noun2
5.293b
1
null
Ik ben bij de huisarts geweest en zij ze dat alles goed was.
0
SoD-Noun2
5.294b
1
null
Gisteren is het bestuur samengekomen. Zij heeft besloten dat het door gaat.
0
SoD-Noun2
5.296a
1
null
De politie is daar binnengevallen en ze hebben vijf mensen gearresteerd.
0
SoD-Noun2
5.296b
1
null
Er komt een groep demonstranten aan. Ze scanderen leuzen.
0
SoD-Noun2
5.297a
1
null
Ik kuste Peter.
0
SoD-Noun2
5.297d
1
null
Peter kreeg mijn kus.
0
SoD-Noun2
5.298b
1
null
Ik geef hun dat boek.
0
SoD-Noun2
5.301a
0
*
Me heeft hij gisteren uitstekend geholpen.
0
SoD-Noun2
5.301b
1
null
Jou heeft hij toch ook gezien.
0
SoD-Noun2
5.301b
0
*
Je heeft hij toch ook gezien.
0
SoD-Noun2
5.301c
1
null
Hem heeft hij niet bezocht.
0
SoD-Noun2
5.301c
0
*
’M heeft hij niet bezocht.
0
SoD-Noun2
5.301d
1
null
Hen heeft hij niet bezocht.
0
SoD-Noun2
5.301d
0
*
Ze heeft hij niet bezocht.
0
SoD-Noun2
5.302
0
*
Het heb ik op de tafel gelegd.
0
SoD-Noun2
5.302
0
*
’T heb ik op de tafel gelegd.
0
SoD-Noun2
5.303a
1
null
Ik heb een boek gekocht.
0
SoD-Noun2
5.303b
1
null
Jij bent een lieverd.
0
SoD-Noun2
5.303b
1
null
Je bent een lieverd.
0
SoD-Noun2
5.303c
1
null
Zij is naar school.
0
SoD-Noun2
5.303c
1
null
Ze is naar school.
0
SoD-Noun2
5.303c'
1
null
Het ligt op de tafel.
0
SoD-Noun2
5.304a
1
null
Toen heeft-ie gezegd dat hij ziek was.
0
SoD-Noun2
5.304b
1
null
Ik hoorde dat-ie toen gezegd heeft dat hij ziek was.
0
SoD-Noun2
5.304c
1
null
Toen zei-d-ie dat hij ziek was.
0
SoD-Noun2
5.305a
1
null
Ik heb ’r gisteren ontmoet.
0
SoD-Noun2
5.305b
1
null
Ik ontmoette d’r gisteren nog.
0
SoD-Noun2
5.305c
1
null
Ik kan ’r morgen halen.
0
SoD-Noun2
5.305c
1
null
Ik kan d’r morgen halen.
0
SoD-Noun2
5.305d
1
null
Ik zie ’r morgen.
0
SoD-Noun2
5.305d
1
null
Ik zie d’r morgen.
0
SoD-Noun2
5.306a
1
null
Ze zijn ziek.
0
SoD-Noun2
5.306a
1
null
Zij zijn ziek.
0
SoD-Noun2
5.306a'
1
null
Ik heb ze gisteren gesproken.
0
SoD-Noun2
5.306a'
1
null
Ik heb hen gisteren gesproken.
0
SoD-Noun2
5.306b
1
null
Ze zijn verscheurd.
0
SoD-Noun2
5.306b
0
??
Zij zijn verscheurd.
0
SoD-Noun2
5.306b'
0
*
Ik heb hen verscheurd.
0
SoD-Noun2
5.307a
1
null
Waar is de soep? Ze staat in de ijskast.
0
SoD-Noun2
5.307a
0
??
Waar is de soep? Zij staat in de ijskast.
0
SoD-Noun2
5.308
1
null
Ik heb 'm in de ijskast gezet.
0
SoD-Noun2
5.309a
1
null
Waar is Lisa? Heb je d’r ergens gezien?
0
SoD-Noun2
5.309b
0
??
Waar is de pan? Heb je d'r ergens gezien?
0
SoD-Noun2
5.31
1
null
Jij, kom eens hier.
0
SoD-Noun2
5.311a
1
null
Zelfs wij weten het.
0
SoD-Noun2
5.311a
0
*
Zelfs we weten het.
0
SoD-Noun2
5.311b
1
null
Ook jij moet komen.
0
SoD-Noun2
5.311b
0
*
Ook je moet komen.
0
SoD-Noun2
5.312a
1
null
Peter en jij zijn even oud.
0